Het belastingstelsel moderniseert en dat heeft invloed op de personenbelasting. Voor verwarming en/of elektriciteit, bijvoorbeeld, zijn er nu al fiscale veranderingen.

Voor privé-uitgaven van werknemers of bestuurders via de toekenning van een loon in natura wordt de werkgever of vennootschap belast. Bij sommige van die voordelen wordt geen rekening gehouden met de werkelijke waarde ervan, maar wordt via een forfaitaire waardering een waarde bepaald. Verwarming en/of elektriciteit, bijvoorbeeld, worden al jaren op die manier vergoed, zodat de werknemer of bestuurder op een fiscaal voordelige manier van het voordeel kan genieten.

Die loonflexibilisering is in strijd met het voornemen van de regeeing om alternatieve verloningsvormen te vervangen door verloningsvormen in euro's. De forfaitaire verloning van het voordeel van alle aard (VAA) voor de kosteloze verstrekking van elektriciteit en verwarming wordt daarom ingeperkt: tegenwoordig kan je enkel van die forfaitaire waardering gebruikmaken als ook de woning waarop het VAA wordt toegepast, mee wordt aangeboden. We spreken dus over een en-en-verhaal: elektriciteit en/of verwarming aanbieden is enkel nog mogelijk als het huis waarvoor die dienen ook wordt aangeboden. Is dat niet het geval? Dan wordt het voordeel gewaardeerd tegen de werkelijke waarden van de betaalde facturen.